Cairns en the Great Barrier Reef
Zonder ons huis op wielen zijn we alweer beland in de wereld van booking.com. Het eerste plekje in Cairns, Traveller’s Paradise, maakt gelukkig zijn naam waar. We hebben elk een kamer met hoge plafonds, beddengoed met palmboompjes op, en overal een blinkende houten donkerbruine vloer. De fan werkt goed en er waait zowaar een coastal breeze door ons verblijf. Cairns is een aangename stad aan de zee, opnieuw met een lagoon net voor de zee. De eerste avond gaan we gelijk een fancy apérol drinken in één of andere hippe bar aan de haven. Er is een esplanade langs de zee waar we geregeld eens wandelen, en nog steeds leuke vogels zien. We blijven een tijdje kijken naar een groepje pelikanen die zich als een accordeon ineenplooien als ze gaan slapen.
Er is een day market en een night market, die toch serieuze Aziatische vibes hebben. De meeste verkopers zijn ook Aziatisch. De prijzen net niet. De kindjes kopen allebei een walvissenketting, Senne en ik houden ons wat in. We proberen immers eerst ons eerder souvenir, de tautau uit Sulawesi, in België te krijgen. En dat loopt niet van een leien dakje. Het is eigenlijk al een wonder dat we ermee zijn binnengeraakt in Australië, de douane is hier belachelijk streng, en zomaar met een stuk onbehandeld hout van 2 kilo - waar boktor, schimmels of ander vreselijk onheil zou kunnen inzitten, het land binnenwandelen lukt hier niet. We waren ons daar niet zo van bewust en kwamen goedgezind Australië binnengewandeld ‘nothing to declare!’ Maar onze geliefde tautau neemt wel wat plaats in de rugzak dus we kopen hier een postpakket en sturen hem op naar België, vergezeld van een hele reeks andere leuke souverniertjes: de wegenkaart van the Northern Territory, andere kaarten van plaatsen waar we zijn geweest, armbandjes, boeken, een bejaard koppeltje beeldjes uit Sulawesi,… We moeten van elk item uitgebreid beschrijven wat het is, hoeveel het weegt en vanwaar het komt. We zijn er meerdere uren mee bezig. Onze eerste kennismaking met de Australian Post. Dat opsturen is altijd met een bang hartje want je ziet die spullen natuurlijk al in je huis staan, om ons daar vervolgens jarenlang te herinneren aan deze exotische bestemmingen en belevenissen.
We blijven hier 5 dagen in Cairns en raken helemaal geacclimatiseerd. We lopen hier rond alsof het in Gent is. We gaan een paar keer zwemmen in de lagoon, eten in de nightmarket, wandelen naar de supermarkt, kopen een nieuw badpak voor Robin, homeschoolen, koffietje halen,.. De Traveller’s Paradise Hostel is een leuke plek, we zitten hier op ons gemak. Cairns is Westers, maar tegelijkertijd toch ook niet.
En terwijl we onze dagen hier passeren, slagen we er toch in om wat spannende, zelfs stressvolle momenten te beleven. Het is namelijk een heel geregel om onze laatste 2 weken langs de Oostkust te plannen. Er liggen 1681 kilometer tussen Cairns en Brisbane en we besluiten om ze met de trein af te leggen. Er is een hop-on-hop-off formule waarbij we 100 euro pp betalen en de volledige vrijheid hebben om gedurende een maand te gaan waar we willen. Enkel, de trein rijdt om de andere dag (maandag woensdag, vrijdag en zondag) en er is er maar 1 per dag. Meestal neemt ook geen enkele Australiër die trein. As je erover nadenkt is dat echt zot eigenlijk. Het blijkt een exotische formule te zijn die vooralsnog niet echt aanslaat bij het grote publiek. Kortom, het perfecte en tevens goedkoopste vervoersmiddel voor onze verderzetting van de reis.
We plannen wat mogelijke stopplaatsen tussen Cairns en Brisbane. De accommodaties in de steden aan de Oostkust zijn stevig geprijsd dus het is ook wat zoekwerk om de goedkope eruit te filteren. Ons aanvankelijk plan om in hostels te reizen valt in het water als blijkt dat -18 jarigen niet in een dormitory bed mogen slapen. Meestal blijkt de enige Family Room niet beschikbaar of is de hostel gewoonweg verboden onder de 18 én boven de 35. Kortom: we hadden deze reis op een ander moment moeten plannen. Exit plan cheap hostels. Om de puzzel verder te vervolledigen kiezen we de activiteiten die we op de verschillende plaatsen willen doen: Cairns voor Great Barrier Reef, Townsville voor de koala’s, Whtitsundays voor de parelwitte stranden, Hervey Bay voor een walvissentocht,… dus ook daar is het zoeken naar betaalbare tours of uitpluizen of we het op eigen houtje kunnen doen. Als deze itinerary min of meer vorm krijgt leggen we ‘m samen met het treinschema en wordt de schets een plan en kunnen we zaken beginnen boeken.
Na 2 dagen gezellig wandelen in Cairns viel het ons op dat er toch wel veel kinderen rondliepen in ‘t stad. Moeten die niet naar school? (meest gestelde vraag trouwens die wij hier krijgen). En wat blijkt? Gelijk met onze aankomst hier is de summer holidays begonnen in Queensland! Alle, maar dan ook ALLE Australische families trekken er deze 2 weken op uit, ze bezoeken alle plekken die wij ook willen zien, hebben alle familyrooms geboekt, en tot overmaat van de ramp doen ze dat ook nog eens per trein. Die ene trein om de andere dag. Zo komt het dat ons volledig plan bijna klaar is, en er opeens, ergens middenin, een trein volzet is, waardoor we plots 2 dagen langer in die stad moeten blijven, maar de walvissentoer was al geboekt in de volgende stad, enzovoort. We bellen, verzetten, bellen, verzetten.
De meeste zaken krijgen we aangepast en veranderd maar het loopt toch mis in Airlie Beach, waar we de Whitsundays gingen bezoeken. Omdat we dat niet met een dure, toeristische boottour wilden doen, hebben we een camping gevonden op dat strand, waar we 2 nachten kunnen slapen. Onpopulair voor de Australiër in zomervakantie, dus er was nog plaats. Het Whitehaven eiland is totaal onbewoond, er is niets, dus we huren een tent, kookgerei, stoelen, tafels, én de boottransfer ernaartoe. Check! De laatste stap is de trein even boeken (gisteren nog gecheckt en dat ging), blijkt die volzet! Aargh!… We mailen de camping, en de frigobox, en de tent, en de stoelen dat we alles willen verleggen naar 2 dagen later, en dat zou nog lukken. Terugbellen dus naar de spoorwegen om de trein 2 dagen later te boeken. (deze keer boeken we dus eerst de trein, dat lijkt slimmer!) Maar, wanneer we de camping laten weten dat we 2 dagen later zullen komen, blijken die Australiërs alsnog de weg gevonden te hebben naar de camping. Toch volzet.
Zo hebben we alsnog een trein geboekt naar Airlie Beach, maar hebben we daar geen accommodatie meer. Ik mail enkele hostels, we zijn ondertussen al in de fase dat ik op het punt sta om een 8-bed-dormitory in zijn geheel te boeken voor ons vieren. Maar het zit echt helemaal vol, niet die hostel, maar volledig Airlie Beach. Booking laat weten dat de locatie almost 100% booked is, er zijn nog een tweetal opties die beginnen bij 11.200 euro per nacht.
Uiteindelijk lossen we het op door ten eerste Airlie Beach volledig te skippen - we willen er niet meer naartoe, nu niet, nooit niet - en ten tweede, de trein die volzat te vervangen door een busreis van 11 uur in de plaats. Het is natuurlijk een spijtige zaak om een gratis treinrit te vervangen door een 300 euro-busrit maar it is what it is. Na wat ergernis momenten beslissen we ook gewoon om daar niet in te blijven hangen. Maar als sommigen zich zouden afvragen waarom de reisverslagen wat op zich laten wachten: we zijn hier soms druk bezig.
En we doen natuurlijk ook wijze dingen zoals onze uitstap naar de Great Barrier Reef! We hebben al wat snorkelervaring (in Gili Gede, Koh Chang, Koh Lanta, Bunaken) en zijn razend benieuwd of dit World Famous Barrier Reef alle voorgaande koralen zal doen verbleken. Ze gooien hier met reef-tours naar je kop, dus na grondig onderzoek hebben we gekozen voor Reef Daytripper: een kleine catamaran met zeil en slechts 14 andere gasten. Wat het dus helaas niet haalde was bijvoorbeeld de optie reuze-motor-boot met 100 man, didjeridoo initiatie, glazen bodem en vis buffet. Het leven is keuzes maken.
Om 7 uur staan we ingesmeerd, zeeziek-pilletje achter de kiezen, en enthousiast aan kade D voor de inscheping. De organisator vraagt ons bij de verwelkoming vanwaar we komen waarna hij in het plat Antwerps overgaat. “Ik zen ier al 20 jaar, ik zen nor ier gekomme vanwege beter opportunitoate.” Hij gaat zelf niet mee, ik denk dat hij zijn opportunitoate op de bank moet gaan zetten. We moeten wat papierwerk in orde brengen waarbij we de volledige verantwoordelijkheid voor deze uitstap bij onszelf leggen en een noodnummer moeten ingeven van iemand dierbaar - niet aanwezig op deze boot. Het vertrouwen is er.
De bemanning bestaat uit MacKeiligh, de kapitein, die ons 30 kilometer zee-inwaarts manoeuvreert, waar het reef begint. Daarnaast is er ook Julian, een Ed Sheeran lookalike die ons een volledige uiteenzetting geeft over het zeeleven dat we zullen zien èn hoe dat nu eigenlijk moet, snorkelen. We hebben dus wel al wat gesnorkeld maar nog niet 1 keer is ons dat overkomen! Meestal zitten we bij één of ander local op een Vaiana bootje die ergens heen vaart, stopt en vervolgens naar het water wijst, waarna wij erin springen. Door deze uitvoerige instructies krijgen we ook een antwoord op de reden waarom Senne zijn snorkelbril overal ten velde steeds onder water loopt: the moustache! Niet alleen krijgen we de oorzaak van het probleem, maar eveneens de oplossing: vaseline. Het derde bemanningslid is Sandy, een sierlijke rock-en-roll zeemeermin die vol getatoeëerd staat met alle zeeleven dat we wellicht over enkele ogenblikken in het echt gaan zien. We krijgen ook een wetsuit, en dat kan voorlopig nog bij iedereen aan zonder vaseline. Here we go!
Het is maar liefst 2 uur varen tot aan het rif. Wij zullen er 2 reef-sites bezoeken, maar natuurlijk is dat slechts een kruimeltje van wat er daar uitgespreid ligt voor de oostkust van Australië. Onderweg houden we even halt om het zeil te heisen, er is ook wel wat wind dus het gaat vooruit. Zo zit Senne alsnog de komende 8 uur in een aflevering van ‘Over de oceaan’. Naarmate we dichterbij komen zie je dus de turquoise en helderblauwe vlekken in het water. We gaan voor anker op zo’n plek. Het stukje rif waar wij zullen snorkelen ligt in hoefijzervorm rondom de boot. In het midden van die ‘cirkel’ is er een zandbank, dus als je daar een meter of 3 naar beneden kijkt zie je mooi wit zand, gewoon midden in de zee. Je kan er net niet op staan. Gek. Je moet eigenlijk naar de donkere rand zwemmen rondom, de donkerte geeft aan waar de kliffen zijn en de koralen.
We hebben de snorkeluitstap speciaal zo laat mogelijk gelegd tijdens ons Cairns bezoek, omdat de dagen ervoor wat regenachtig en winderig waren, maar er is toch nog steeds genoeg wind waardoor er ook wel wat golven zijn. Of misschien is dat wel altijd, weten wij veel. Anyway, het snorkelen is ook echt ‘werken’. De golven klotsen wat tegen je kop, en het eerste water dat in je wetsuit komt is niet bepaald tropisch. We hebben gelukkig ook allemaal een ‘noodle’ mee waar we wat kunnen aan hangen. Of zoals Julian in zijn instructie liet weten: this thing is to hit the sharks on the head.
De snorkelplek is wel echt mooi. We proberen te vergelijken met andere ervaringen, maar er is eigenlijk geen vergelijken aan. Je hebt hier stukken koraal die prachtig gekleurd zijn en sierlijk zwiepen in de golven, maar ook stukken die grijswit zijn. Net zoals op andere plekken. Er is zeker ook veel leven, en wat wel opvalt is dat de vissen hier echt veel groter zijn. We zien toch wel een paar kanjers van een meter voorbijzwemmen. Na een tijdje heeft Robin er genoeg van; ze vindt het te koud èn ze moet pipi doen (we kregen duidelijke instructies dat in geen enkele omstandigheid in de wetsuit te doen ‘we will smell it if you do it’). Dus we zwemmen samen terug naar de boot, en zien onderweg nog een mooie pijlstaartrog. Ik heb ook wat snorkelbril issues, er komt steeds water in. Ik had misschien ook de vaseline moeten overwegen. Robin is wat in tweestrijd want ze heeft koud en wil stoppen, maar tegelijkertijd wil ze wel niets missen. FOMO op de Stille Oceaan. Ik zeg dat dat wel allemaal meevalt en ondertussen zien Senne en Sam een haai passeren
Na een tijdje komt iedereen terug in de boot en krijgen we een lunchke terwijl we verder varen naar de tweede spot. Ik heb een nieuwe snorkelbril én het is ondertussen warmer geworden dus enthousiast springen we een tweede keer in het water. De technische condities zijn uitstekend maar de snorkelplek is niet bepaald de mooiste. Het water is wat troebel en niet alle plekjes zijn even mooi. Er is ook steeds iemand mee, Julian of Sandy, die een reddingsboei achter zich meedragen en zo wat de weg wijzen en af en toe eens ‘turtle’ ofzo roepen. Een gegidste snorkelbeurt als het ware. Tijdens deze tweede sessie roept Julian opeens ‘Shark!’ en dat zorgt toch voor een kleine receptieve storing in de hersenen. Instinctmatig is dit natuurlijk hèt teken om zo snel mogelijk te maken dat je wegkomt, maar eigenlijk is het de bedoeling dat je gaat kijken. Dus terwijl hij nog eens ‘Shark!’ roept spartelen wij met onze zwemvliezen tegen de golven om zo snel mogelijk bij hem te zijn, waarna de haai natuurlijk al lang weg is. We zien wel een manta ray, echt heel groot, ‘t is wonderbaarlijk, en we zwemmen er een tijdje boven. Prachtig. Hij wordt nog mooier vereeuwigd in Robin haar boekje.
Ergens in de namiddag zetten we dan opnieuw koers naar de haven. Tijdens deze 2 uur durende zeiltocht krijgen we nog wat vers fruit, koekjes, champagne, mooie vergezichten én enkele dolfijnen die voor de boot opspringen. Na een goed uur zien we zowat elke ander schip dat van het reef komt terugvaren. Ze steken ons één voor één voorbij. Ik denk dat ze er ongeveer een half uurtje over doen. Maar we troosten ons met de gedachte dat de aanwezigen ondertussen een didgeridoo initiatie sessie moeten ondergaan. Tegen 17 uur zetten we voldaan, vol zout, en tevreden voet aan wal.
Morgen de laatste dag in Cairns. We gaan ‘s avonds nog eens eten in de foodmarket. We eten spring rolls, indian curry, sushi en pasta. Zoals het echte wereldreizigers betaamt.
Liefs,